Het hartje van je baby wordt reeds in de eerste weken van de zwangerschap gevormd: een klein hartje dat heel snel klopt en dat meer structuur krijgt naarmate de dagen verstrijken.
De ontwikkeling van het embryo is een complex proces. Elke dag die voorbijgaat, is een kleine stap in de transformatie van die éne eicel die bevrucht werd door een zaadcel tot die prachtige baby negen maanden later.
Een van deze stappen, tijdens de tweede maand van de zwangerschap, is bijzonder belangrijk en symbolisch: de vorming van het hart. Ouders zeggen dikwijls dat je die eerste “dopplerecho”, met het ietwat vreemde maar wonderlijke geluid van de hartslag van je baby, nooit vergeet.
Enkele beginselen van embryologie
Het hart, een essentieel orgaan van het menselijk lichaam, verschijnt al vroeg in de ontwikkeling van het embryo – zo rond de 20ste dag. Het begint als twee hartknoppen in de het mesoderm, de tussenlaag van het embryo. Iets later versmelten die om de hartbuis te vormen. Die migreert op zijn beurt naar zijn anatomische plaats en structureert zich geleidelijk in een primair atrium en een ventrikel en splitst zich daarna op ergens tussen 30ste en de 50ste dag van de ontwikkeling.
In dit stadium heeft het embryo een vreemde boonvorm met een groot hoofd, waaruit de toekomstige ledematen zullen groeien. Bij 5 weken ontwikkeling (d.w.z. 7 weken amenorroe, of “SA”), is het embryo ongeveer 10 mm groot. Op het einde van de 2de maand van de zwangerschap wordt de kleine bes een vijg van ongeveer 41 mm groot. En het hartje slaat zeer snel, met wel 150 slagen per minuut, dat is twee keer zo snel als dat van een volwassene. Dat hartje en de bloedsomloop van de foetus zijn aangepast aan het intra-uteriene leven. Bij de geboorte zal het een hele reorganisatie ondergaan met de overgang naar het ademen van lucht. Maar daar is nog een beetje tijd voor!